Ongebreidelde verbale agressie
Het is al weer een paar dagen geleden maar echt vergeten ben ik het nog niet: de verbale agressie van een medetreinreiziger en de totale onbeschaamdheid die daarmee gepaard ging.
We reizen met de trein terug van Amsterdam naar Utrecht. Omdat het zo’n mooie zonnige zondag is, zijn er veel mensen op pad. De trein is zeker niet vol maar op het balkon, op de plek voor fietsen, is er nog weinig ruimte beschikbaar. Er staan al twee fietsen en een kinderwagen geparkeerd. Ellen staat met Lien Masjien ernaast; ik zit op de ring die aan de deur vastzit.
Bij station Amsterdam Amstel komt er een behoorlijk forse vrouw binnen met een kinderwagen. Zonder oogcontact te maken, wijst ze naar het klapstoeltje waar ook de fietsen en het andere kinderwagentje staan. Ze roept dat ze niet van plan is om 2 1/2 uur te blijven staan en wil persé op het klapstoeltje gaan zitten.
Op dat moment had ik me al moeten realiseren dat wat ik ook zou zeggen niet als hulpvaardig zou worden beschouwd maar dat realiseer ik me nog niet dus vertel ik haar dat er geen plek is en dat ze wellicht op de trap moet zitten. Vervolgens krijg ik onophoudelijk verbaal een enorme hoop agressie over me heen, die wordt versterkt door het enorme grote forse lijf waarmee ze deze woorden uit.
Het lukt haar op één of ander manier om zich naast de fietsen te persen (de eigenares van de andere kinderwagen heeft heel snel, maar dan ook heel snel de kinderwagen al weggezet) maar het klapstoeltje kan echt niet naar beneden. Dat weerhoudt haar trouwens er niet van om dat wel te proberen. Gelukkig voor ons gaat het niet om onze fiets.
Ook de conducteur die van een paar meter afstand dit bijna absurde tarantino-achtige filmstuk observeert, krijgt lik op stuk op het moment dat hij ingrijpt. De ergste opmerking van deze vrouw is de opmerking dat ze heel goed snapt waarom mensen geweld gebruiken tegen het NS personeel. De conducteur vertrekt terwijl hij wordt uitgescholden door deze totaal onredelijke vrouw. En wij blijven dus met haar achter.
In een poging om haar plek te bemachtigen (ook al kan ze er alleen maar staan) trekt zij haar eigen kinderwagen mee zonder er rekening mee te willen houden dat mijn voeten daar staan. En voordat ik überhaupt de kans krijg om ze zelf te verplaatsen, zegt ze dat ik het niet erg moet vinden wanneer ze over m’n voet rijdt wanneer ik deze niet weg wil halen. Het lukt me niet om mijn mond te houden, STOM, want weer krijg ik een bak stront over me heen.
Gelukkig is Ellu er die me vraagt om op mijn ademhaling te letten en aan vipassana te denken. Dat helpt me en ik ga zitten op de stang van de deur. Inmiddels zijn er twee andere zwarte vrouwen bijgekomen, die twee woorden met de vrouw wisselen en die daarmee acuut tegen ons zijn. Ik hoor het woord “racist” vallen. Dat absorbeer ik en ik hoop dat ze daar mij niet mee bedoelen. En dus zet ik dát van me af.
Ondertussen vervolgt de agressieve vrouw haar geraas aan de telefoon. Niet gericht aan de ontvanger maar over de situatie en vooral over mij met scheldwoorden die mij niet in de kouwe kleren gaan zitten. Wanneer ze me een kale bitch noemt, probeer ik WEER STOM om er een grapje van te maken maar ook dat komt – ik had het kunnen weten – niet aan. Ze blijft schelden en schelden. Vlak voordat we de trein uitgaan, dreigt ze, als slagroomtoefje op het agressief verbale toetje nog met fysiek geweld.
Wanneer we in Utrecht uit de trein zijn, staan we op het perron allebei te shaken. We kunnen er niet bij dat iemand zo ontzettend onredelijk en agressief is. Het raakt ons, me enorm. Niet alleen omdat het mezelf niet is gelukt om alles langs me heen te laten gaan. Het raakt me omdat deze agressie geen enkel lontje nodig had om te ontvlammen; het ontvlamde gewoon. Ben ik blij dat het met woorden en niet met een mes was!