Categoriën
De sociale ontdekking
Archief

Archive for the ‘Thuis’ Category

Weilanden

Las Vegas is zoals het is in films en van tv series. Het is over de top, kitsch, rumoerig en vreemd. Over de top vanwege alle megalomane hotels. Ceasar Palace is zo immens dat we er zeker een kilometer lang in verdwalen. Het is kitsch door alle neonverlichting en levensgrote replica’s van gebouwen zoals de Eiffeltoren, de Empire State Building en het Colloseum. Het verkeer dat in file over de Strip met casino’s gaat en alle mensen die af en aan wandelen, maakt het rumoerig. Om ons heen is getoeter van auto’s en het geroezemoes van mensen. En Las Vegas is vreemd omdat het in feite één groot Holland Casino is. Maar wat ik het vreemdst vindt, is dat Las Vegas de weilanden betekent. Hoezo weilanden? Ik heb ze niet gezien. Maar na een avondje rondlopen, snap ik de naam. Want aan alle Hot Babes te zien, die op reclamezuilen en via magazines worden aangeprijsd, is er een levendige koehandel gaande!

Van de regen in de tub

Al weken, is het bloedheet. Soms zo heet dat we van ellende geen stap meer willen en kunnen verzetten. De heetste dag, die we tot nu toe hebben gehad, was in Marble Canyon. Rond het middaguur was het er al 40 graden celcius. Op het warmst van de dag, zo hoorden we later, was het maar liefst 44 graden! Dat we ons op zo’n 1100 meter hoogte bevonden, hebben we niet gemerkt. Geen verfrissende avond en nacht maar om 5 uur ‘s ochtends op Mien stappen met een graadje of 28! Op het hoogtepunt van de hitte, toen ik me geen enkele raad meer met mezelf wist, wenste ik met heel mijn hart voor ander weer. Nou, dat hebben we gekregen ook. Het begon met een bewolkte dag, die steeds koeler (heerlijk!) werd naarmate we steeds hoger klommen. Er vielen zelfs zo af en toe enkele dikke regendruppels. Op 2400 meter hoogte aangekomen, gingen bij beiden ook de windstoppers aan. Na de afdaling, op de plaats van bestemming, konden we zelfs buiten voor het motel koken en eten. De airco hoefde niet aan! We konden ons geluk niet op. Helaas lijkt het erop dat ik iets te hard gewenst heb, want de volgende dag zagen we steeds pikzwarte wolken voor ons hangen. Bij de eerste donder was er nog niet veel aan de hand. Maar bij de volgende donder zijn we uit voorzorg laag in de berm gaan zitten met Mien op afstand. Als de bliksem ook in de buurt zou zijn, dan zou Mien de dupe worden en niet wij. Gelukkig was er nog geen bliksem te zien, maar regendruppels waren er wel. Aangezien ik als de dood ben voor onweer, stapten we snel op de fiets zonder de regenkleding aan te trekken, die al maanden werkeloos in onze tassen zit. Toen barstte het los. In bakken kwam het naar beneden. Regen en …….hagel! Na een kleine 5 kilometer was daar gelukkig een restaurant en vakantiehuisjes. Volledig verkleumd, keken we met een burgertje voor onze neus naar de donkere wolken. Het regende nog steeds. Ook het onweer zat nog in de lucht. Wachten op beter weer of niet? Rillend van de kou besloten we te blijven. In een vakantiehuisje dat iets boven ons budget ligt. Voor de gein zeiden we tegen elkaar: ‘Voor die prijs mag er best wel een jacuzzi inzitten…’

Groot, groter, groots

Op de gok een foto van onze camera geplukt. Ook al zijn er mooiere; dit is toch in 1 woord gezegd:

Prachtig!

………… on route 66!

Bij het eerste bordje met route 66 moesten en zouden we meteen een foto maken. Route 66, het spreekt zó enorm tot de verbeelding. Bij het tweede bordje stonden we wéér stil. Dit was meer het bord dat om die twee zessen hoort te staan. In de vorm van een schild van één van de ridders van de ronde tafel. Wit als de prins op het witte paard. Alsof het ons toelacht en ons uitnodigt er vooral op te rijden. Al wat ouder, maar nog steeds aantrekkelijk. Onmogelijk te weerstaan!

Route 66 loopt door het dorp Williams. Alle winkels, alle motels en alle restaurants zijn gericht op deze magische route. Sommige motels lijken sinds de jaren 50 niet meer te zijn aangepast. Er staan oude cadillacs langs de kant van de weg en de diner (spreek uit: dainur) waar we hebben gelunchd hangt vol met ‘route 66’ parafernalia. Ellu en ik genieten ervan. Voor de anderhalve kilometer dat we erop zitten, krijgen wij en krijgt Mien our kicks on route 66!

Vervelende vliegen

De reden dat we maar 40 kilometer fietsen naar Yarnell is dat het ons slimmer lijkt om op de eerste dag dat we weer op de fiets zitten na Ellu’s ziek-zijn niet teveel te doen. Met andere woorden: we hopen op een makkelijk dagje. Nou weten we ook dat we in die 40 kilometer 900 meter gaan stijgen, waarvan 700 in de laatste 10 kilometer. Gemakkelijk is een relatief begrip! Waar we niet opgerekend hebben, zijn de vliegen. We hebben eerder met vliegen gefietst (zwemmen met dolfijnen is leuker) maar dit hebben we nog nooit meegemaakt. Ze zitten overal, maar natuurlijk vooral waar het nat is en waar vochtige gaten zijn. Neus, mond, ogen en oren dus. Maar ook op andere plekken hebben ze het behoorlijk naar hun zin. Mijn hand bijvoorbeeld heeft op één moment zo’n 10 tot 15 vliegen op bezoek gehad. En je wilt niet weten hoeveel er rond mijn billen zoemden tijdens een plasstop. Hoe het me is gelukt om mijn fietsbroek omhoog te hijsen zonder ten minste een paar slachtoffers te maken(of juist niet. Het is maar hoe je het beziet), weet ik niet. We zijn in ieder geval zonder al teveel geslinger omhoog gefietst. Maar zo nu en dan, zo heel af en toe kregen we dan toch de kriebels en konden niet anders dan wild om ons heen slaan. Passerenden automobilisten dachten vast en zeker ‘Zij zien ze vliegen’.