Hondjes
Voor 1 hondje thuis krijgen we vele, vele honden terug. Ik kan me niet herinneren dat er zoveel honden zijn in Argentinië. Er waren er al veel, dat weet ik nog, omdat toen opviel hoe goed deze honden er uitzien. Hoe goed verzorgd ze zijn.
Als je afgaat op de schijnbare maar ook letterlijke vermenigvuldiging van de hondjes is er blijkbaar geen sterilisatieprogramma. Hoe dat dan moet gaan wanneer we al weer een paar jaar verder zijn …..
Ondertussen lijkt het goed te gaan. De honden zijn over het algemeen genomen heel vriendelijk (er ligt er nu één gezellig bij ons achter onze stoelen). Maar heel af en toe springt er één op hard blaffend, met de hondenwens om ons eens lekker achter na te zitten. Maar inmiddels zijn we zelfverzekerde hondeneigenaren en met stemverheffing zetten we ze op hun plaats. Soms lijken ze daarover verbaasd te kijken.
De meeste honden zien er ook heel erg goed uit. En ze hebben ook hun vaste plekken. Het zijn straathonden die deels tot huisdier zijn gemaakt. Een kartonnen doos en wat brokjes liggen in de buurt. Regelmatig zien we dat ze even fijn achter hun oren worden gekriebeld. Echt, de honden hebben het in Argentinië zo slecht nog niet. Kijk maar:
Trouwen? Of jagen?
Onze eerste keer in Argentinië zijn we er voor gewaarschuwd. Door onze Spaanse leraar José. Hij vertelde ons dat we met 100% zekerheid zouden kunnen verwachten dat we regelmatig door mannen nageroepen zouden worden.
Hij vertelde ons ook dat wat nageroepen wordt soms van hoge poëtische waarde is (of van andere waarde, zoals je wilt). Zoiets als “je ogen zijn zo mooi dat ik er graag in zou willen verdrinken”. Of “alleen met jouw schoonheid om me heen kan ik de wereld aan”.
Zijn advies was om altijd te blijven lachen, ook als de poëtische waarde ver te zoeken was en ook als je totaal niet begrijpt wat ze nou eigenlijk bedoelen.
Vandaag was zo’n moment. We sloegen af, een rustige straat in waar net een man van in de 40 door zijn kompaan werd opgehaald. Terwijl hij instapte, fietsten wij voorbij en zijn ogen vielen bijna uit zijn kassen. Hij riep ons nog wat na maar ja, wij waren inmiddels al weer buiten hoorbereik.
Te verwachten was dat we door de man ingehaald zouden worden. Natuurlijk met het raampje open; natuurlijk met de man half uit het raampje hangend. Tijdens het passeren, riep hij ons iets toe. Maar nu was de auto te snel en konden we het maar half horen.
We vingen er wel iets van op. Want in de stroom van woorden verstonden we allebei “casar (trouwen)” of “cazar (jagen)”. Gezien het enthousiasme en wetende wat mannen bezig houdt, houden we het er op dat hij graag met ons gejaagd zou hebben. Hè jammer dat we onze jacht-outfit niet bij ons hebben. Hebben we normaal altijd.
Cultureel uitje
De verleiding is altijd erg groot om bij aankomst na een stuk op de fiets, te douchen, te eten, beetje rond te lopen, boodschappen te doen en dan weer terug te gaan naar de kamer. Meestal is het dan ook al wat later op de dag en gaan we al weer richting bedtijd aan.
Wel is het zo dat hoe korter de fietsdag is; hoe meer tijd en energie we hebben om andere dingen te doen. Dat betekent meestal dat we wat langer rondlopen en dat we ergens neer zijgen om lekker te lezen/achter laptopje te zitten. Van iets cultureels komt meestal niets.
Nu we vandaag in San Antonio de Areco zijn, het gaucho-dorp in de buurt van Buenos Aires vond ik het tijd om ons patroon eens te doorbreken. Dus na onze uitgebreide en heerlijke lunch met rode wijn besloten we om naar het plaatselijke museum te gaan.
Inmiddels was het 3 uur en deed het zonnetje goed zijn best. Het museum ligt aan de rand van het dorp op een afstand van – pak ‘m beet – 700 meter. Maar ondanks deze afstand kwamen we behoorlijk bezweet aan. Maar ja, je wil wat van de gaucho-cultuur oppikken of je wilt het niet!
We betalen onze 10 pesos per persoon, horen dat er een gedeelte dicht is vanwege renovatie en staan 10 minuten later weer buiten. En dan hebben we het nog gerekt. Er was behalve een paar hele oude leren overlaarzen niet veel te zien. Niet gek wanneer het gedeelte dat gerenoveerd wordt het deel is waar het meeste te zien is (denken we).
Gelukkig is de afstand maar 700 meter dus snel doken we een café in. Om daar net zoals altijd neer te zijgen met iets te lezen en het computertje.
Moe, verhit en voldaan
Zo kan ik het beste omschrijven hoe we ons voelen. Na een reis van bijna 22 uur kwamen we aan op het internationale vliegveld van Buenos Aires. En meteen voelden we ons thuis. Beter gezegd, meteen gaf de Argentijnse douanier ons een thuisgevoel. Heel enthousiast reageerde ze toen ze zag dat we naar Cañuelas zouden gaan. De plek waar zij vandaan komt.
De enthousiaste reacties zijn door gegaan. Veel blikken, duimen in de lucht, korte gesprekken, toeterende auto’s brachten ons in een roes naar Cañuelas toe. Verder dan we dachten (bijna 50 km), over de ventweg die steeds slechter werd en met een zoektocht naar het hotel maar wel in die heerlijke roes.
Na een middagdutje van anderhalf uur zijn we nu in het centrum. Het castellano klinkt om ons heen in het bekende Argentijnse straatbeeld. Ja, we zijn moe. En oh, wat zijn we verhit door de 30 graden. Maar we klagen niet. Integendeel, meer voldaan dan dit kan je bijna niet zijn. Nou ja, misschien na een lekker potje ……….. WordFeud.
Het begin is iets minder
Een goed begin, is het halve werk!
Helaas begon ons begin niet zo heel goed vandaag. Onze patatsessie van gisteravond zorgde vannacht voor 2 heftige overgeefbuien van Ellu. Voedselvergiftiging of toch die griep, waarvan Ellu denkt dat ie al een tijdje sluimert? Want naast misselijkheid, waren er ook andere symptomen zoals nekpijn, spierpijn en keelpijn. Omdat ook ik wel last had van de normaal zo heerlijke patat van de patatboer uit onze ouwe wijk gooiden we het toch maar op “iets mis met het eten”.
Helaas waren de tekenen toen de wekker ging niet heel goed: Ellu wilde nog in bed blijven, en dat doet ze meestal niet omdat het de kans op migraine vergroot. Maar goed, in bed blijven was het devies. Toen de wekker voor de tweede keer ging had ik hoop op beter maar de boodschap was dat ik maar beter met Listo uit kon gaan. Dus liep ik met ons hondje naar buiten, glibberde ik rond in het park en hoopte ik dat ze beneden zou zijn wanneer ik terug kwam. Helaas, mijn beepje lag nog in bed.
Nu een paar uur later loopt ze boven rond om de laatste dingen op te ruimen. Er zit al weer een grote kop thee in. En een glas verse sap. Er is zelfs de wens dat een bak koffie straks zal smaken. Het is nog wiebelig na dit mindere begin van onze reisdag maar het gaat vooruit. We zijn, zou je kunnen zeggen, duidelijk op de goede weg.