Terug naar Nederland
Vientiane, zaterdag 9 januari 2010
Met Ellu in bed doe ik vandaag de dingen in mijn eentje. Dat is best een gek idee omdat we 24 uur per dag bij elkaar zijn en alles met elkaar doen. Ik vind het dan ook heel erg ongezellig om in mijn eentje bij JoMa Bakery Café te zitten achter mijn laptop terwijl Ellu in bed in het hotel ligt.
Een hotel waar we trouwens heel erg blij mee zijn. Hôtel Khamvongsa is een waar pareltje voor maar 30 dollar per nacht. Alles aan het hotel is goed: de kamer is groot en gezellig met mooie kasten, houten vloer, gezellig licht (vaak hebben we TL-verlichting of spaarlamp-verlichting), het bed is goed, de doucheruimte is mooi, in stijl en met een heerlijke hete douche met goede straal, het hotel is schoon, het personeel aardig, het ontbijt goed en de locatie is ook helemaal ok. We zitten dicht bij alles maar toch is het heel rustig in de nacht. Dit hotel doet niet onder voor menig 5-sterren hotel in Europa. We voelen ons er zo thuis dat we op dag één ook meteen de klerenkast inrichten.
Gelukkig ook dat het zo’n aangename kamer is want kotsen is al heel onprettig maar boven een smerige wc des te meer! Nu hangt Ellu in ieder geval boven een schone pot. Ze is niet de hele tijd aan het kotsen maar de keren dat ze gaat, is het heftig. Aan het einde van de middag lijkt het beter te gaan maar wanneer we ons vestigen in een restaurant, ik een pizza bestel waarvan Ellu alleen een stukje van mee wil eten, is ze al weer op weg naar het hotel voordat onze bestelling op tafel staat. Het blijkt de heftigste aanval te zijn van de dag. Ze haalt maar net het hotel, stort zich eerst twee tellen op bed omdat ze bang is dat ze anders met haar hoofd op de wc-pot knalt maar kan niet blijven liggen en hangt vervolgens alsnog boven de pot. Ondertussen zit ik, onwetend van het feit dat de aanval zo erg is, met een hele pizza voor me neus, een glas rode wijn en een fruit shake. Wat een contrast!
De grote vraag bij het opstaan, is “Hoe gaat het met Ellu?” “Best goed” zegt ze, maar in mijn ogen niet overtuigend genoeg. We besluiten om voor de zekerheid nog in Vientiane te blijven zodat we goed kunnen beoordelen of we morgen wel/niet op de fiets kunnen stappen. Tenslotte hebben we nog niet ontbeten en is het nog maar afwachten wat er met het ontbijt zal gebeuren. Ook heeft Ellu nog niet echt trek; ze zou wel wat kunnen eten. Tja, dat zijn nou niet de woorden waarbij je denkt “Niets aan de hand; we kunnen zonder problemen weer 80 km gaan fietsen”. Bij JoMa neemt Ellu een kleine latte in plaats van een grote, slaat ze iets lekkers af maar neemt wel een paar happen van mijn cheese cake. Alles blijft er in en dat is een heel goed teken.
We doen vandaag wat we eigenlijk gisteren wilden doen, namelijk een bezoek brengen aan de grootste stoepa van Laos: Pha That Luang, dat vertaald, staat voor de grote heilige stoepa. We zien de stoepa al vanaf een afstand. Goud geverfd, blinkt hij in de zon, die zich na dagen van afwezigheid weer laat zien. Het is een mooie stoepa met er om heen mooie tempels en veel Boeddha beelden.We zijn blij dat we deze stoepa toch nog hebben kunnen zien.
We sluiten onze tijd in Vientiane af met een heerlijke voetmassage en daarna met een 4-kazen pizza (met echte kaas). We zijn klaar om naar het noorden van Laos te gaan.
Nam Lik Eco Lodge, zondag 10 januari 2010
Naar Vang Vieng in één dag fietsen, willen we niet dus delen we het in 2-en. Dat betekent dat onze eerste dag uit Vientiane een korte zal zijn en dat betekent dus ook dat we niet vroeg op de fiets hoeven te zitten. We slapen uit, ontbijten in het hotel, drinken een latte bij JoMa en nemen van JoMa bruine broodjes mee voor onderweg (een briljant idee van Ellu).
De eerste kilometers voelt de fiets niet heel goed. Aan de voorkant voelt het alsof we zwalken. We pompen de band een beetje bij en dat lijkt enigszins te helpen. De fiets voelt sowieso niet helemaal goed maar wat het nou precies is, kunnen we niet achterhalen. Het lijkt in ieder geval alsof de ketting niet helemaal goed over de tandwielen loopt. Hoe dan ook: de handeling van het bijpompen lijkt te helpen, als is het alleen maar in ons hoofd.
De stad uit fietsen, is nooit een hele leuke bezigheid. Het is druk en er is veel verkeer. Vervelend is ook dat de weg slecht is. Het stuk waar wij fietsen, aan de zijkant, is het slechtst. Omdat er veel verkeer is, kan ik de kuilen of hobbels ook niet altijd ontwijken. Op een geasfalteerde weg hobbelen we zo dus nog behoorlijk. Deze weg wil blijkbaar niet onder doen voor een ongeasfalteerde weg.
Na een drinkstop en met nog 30 kilometer te gaan, stappen we weer op de fiets om er vervolgens achter te komen dat we een lekke band hebben. Aan de achterkant! Het feit dat de band langzaam aan het leeglopen was, was waardoor ik het gevoel had dat de fiets zwalkte. Niet omdat de voorband te weinig lucht had maar omdat de achterband lek is. We mogen bij het winkeltje waar we wat te drinken hebben genuttigd op het erf staan in de schaduw en dat is zeer aangenaam want wanneer de band geplakt is, het wiel er weer in zit en Ellu aan het pompen is, is er ineens een enorme klap. De binnenband is geklapt en we kunnen weer helemaal opnieuw beginnen. Waarschijnlijk heb ik het te snel willen doen en heb ik niet goed gecheckt of de binnenband wel goed in de buitenband zat. Stom. Daar gaat onze voorraad aan binnenbanden…….
Wanneer we het plaatsje bereiken waar we hadden willen blijven, is het ondanks het oponthoud pas half twee. We hebben ook nog maar twee guest houses gezien, die er niet al te uitnodigend uitzien dus besluiten we om door te fietsen naar Hinheup. Liever zitten we nog lekker op de fiets en eindigen we later op de middag in een net zo min uitnodigend guesthouse dan dat we ons nu al settelen voor de dag. We fietsen door en ineens zie ik een bordje naar rechts met “Nam Lik Eco lodge, 7 kilometer”. Over deze eco lodge heb ik gelezen en in plaats van naar Hinheup slaan we af naar deze lodge. We zijn wel zo slim om eerst even te bellen met de vraag of er plaats is.
De weg naar de lodge is 3 kilometer geasfalteerd. Daarna gaat het over in een weg met veel kuilen en veel hobbels. Gelukkig is het niet ver. Gelukkig hoeven we maar een paar kleine stukjes te lopen omdat het te modderig is en de gleuven te diep. Wanneer we aankomen, zijn we verheugd met de keuze: er staan allemaal eenvoudige houten bungalows op verschillende niveaus met uitzicht op de rivier in een enorm groene omgeving. Een veel leukere plek om te overnachten dan zo maar een lodge in Hinheup. Helaas slapen we wel in aparte bedden. Tja, we kunnen niet alles hebben.
Vang Vieng, dinsdag 12 januari 2010
Samen met een Frans gezin met 2 hele blonde jongetjes zijn we de enige gasten. Het is wel knus zo. We kunnen ons niet ergeren aan de te luide blonde jongetjes. We snappen namelijk heel goed dat dit voor hun één groot avontuur is. De manager, een man die volledig in zijn eigen wereldje leeft – letterlijk – heeft namelijk een enorme verzameling van salamanders, slangen, opgeprikte vlinders, twee (geredde) aapjes, een hond, een poes en nog allerlei andere exotische dingen in zijn hut annex restaurant. De houten hut annex restaurant met houten tafels en stoelen, boomstammen met planten ter decoratie vormt een naadloos geheel met de jungle waarin het staat. Met uitzicht over de rivier drinken we er eerst op ons gemak een beerLao. Later wanneer het al donker is en we alleen nog de junglegeluiden horen, krijgen we een fantastisch lekkere vegetarische maaltijd voorgeschoteld: groentespiesjes, gebakken groente en rijst. Het smaakt heel erg goed.
We slapen niet slecht maar ook niet heel goed. Slapen in een houten hut in de jungle betekent slapen in een klam bed. En slapen in een klam bed ligt nou eenmaal niet zo lekker. Ondanks het klamme bed zijn we nog wel steeds blij met deze onverwachte overnachting. Klam of niet; buiten het “gegecko” van de gecko’s, het tsjirpen van de krekels en andere junglegeluiden is het verder helemaal stil. En dat alleen al is genieten.
De Franse manager laat ook nog een provisorisch ontbijtje in elkaar draaien – zonder mogen we niet van hem weg – en daarna zijn we weer en route. De volgende bestemming is Vang Vieng, het backpackers paradijs van Laos. We hebben er al veel over gehoord en over gelezen en we zijn erg nieuwsgierig naar hoe het in werkelijkheid is. Voor veel jonge backpackers komt Vang Vieng neer op onder de drugs en ladderzat hangen in een bar terwijl er op één van de tv’s oude afleveringen van Friends worden gedraaid. Of in een autoband de rivier afdrijven en stoppen bij de vele barren aan het water waar de hele dag door gratis of niet, drank wordt geschonken. Als ouder wil je liever niet dat je lieve backpackende zoon of dochter tegen je zegt dat hij/zij naar Vang Vieng gaat. Geloof me, in dit geval kan je het echt beter niet weten. Net zo min als dat je als ouder wilt weten wat je kind in Renesse doet, of op Terschelling. Het enige verschil is dat Vang Vieng ergens anders in de wereld ligt. Ook op een mooie plek maar dat is iets wat van Terschelling ook gezegd wordt (ik zou het niet weten want ik ben nog nooit op de eilanden geweest)
De eerste heuvel fietsen we op in de mist. Hoewel we de omgeving nog niet goed kunnen zien, zien we al wel dat het anders is dan wat we tot nu toe hebben gezien. De mist is bijna als een kadopapiertje want wanneer de mist opklaart en de zon volop schijnt, fietsen we over een weg die slingert door een prachtig groene omgeving. Het is echter niet alleen het landschap dat het anders maakt; ook de huizen staan dichter langs de weg en lager bij de grond. We zijn letterlijk dichter bij de huizen en daarmee ook dichter bij de mensen. Het grappige is ook dat er meteen al een in-de-bergen-gevoel is ondanks dat we af en aan rond de 200 meter hoogte blijven. We hebben allebei regelmatig een flashback naar Nepal. En Nepal staat in onze top 3 van favoriete landen. Qua landschap gaan we er in Laos dus zeker op vooruit. Wanneer we dichter bij Vang Vieng komen, zien we ook steeds meer de hoge karstbergen dichterbij komen. De rit door het – in verhouding – lage karstgebergte bij Kong Lor verbleekt bij het karstgebergte waar we nu op af gaan en binnenkort langs en over heen zullen fietsen.
Vang Vieng ligt aan de rivier Nam Song die langs het karstgebergte loopt. Het heeft een hele mooie ligging. De ligging is één van de attracties. De andere is de jonge backpackers die we zien rondlopen, hangen, tuben (in autoband de rivier af), zuipen, tv kijken in half of bijna ontblote staat. We kijken onze ogen uit. Ook zien we de aantrekkingskracht want in feite heeft Vang Vieng alles wat je als volwassen wordende puber nodig hebt: zon, drank, drugs, feesten en waarschijnlijk ook veel sex (die al dan niet bij volle bewustzijn wordt geconsumeerd).
Ook aan de faciliteiten zien we wie en wat er in Vang Vieng te doen is. Bijna alle restaurants hebben hetzelfde soort eten (british roast, pizza, burgers bijvoorbeeld) en een zelfde soort opzet met kussens op een houten platform en tv’s aan de muur. Inderdaad om er te hangen. En inderdaad om er “Friends” te kijken. Bij het ene restaurant zie je de ene aflevering terwijl in het restaurant er naast een andere aflevering wordt getoond. Een ander restaurant adverteert ermee dat ze juist geen “Friends” laten zien. Dat vind ik dan wel weer humor. Tenminste als het als humor is bedoeld.
Er zijn ook heel veel stalletjes waar je baguettes en pannenkoeken kunt kopen. Heel goedkoop en dat is waarschijnlijk ook waardoor er een markt is. Jonge backpackers is gelijk aan low budget reizen is gelijk aan goedkoop eten en slapen. Zoveel aanbod van baguettes en pannenkoeken met kaas/ham/spek/nutella/banaan heb ik nog nooit gezien. Wij maken er dankbaar gebruik van: Ellu met een pannenkoek met nutella; ik met een baguetje kaas & omelet. Smullen. Aan het grote aantal winkels die de service biedt om geheugenkaarten te herstellen, zie je dus dat ook daar een markt voor is. Zouden het geheugenkaarten zijn van dronken jongeren die hun fototoestel in het water laten vallen terwijl ze aan het tuben zijn? IK denk het wel: nergens ben ik deze service nog tegen gekomen. Althans niet in zo’n grote mate.
Frankfurt, vrijdag 15 januari 2010
Opeens zijn we niet meer in Vang Vieng. Wanneer we ’s ochtends een internetcafé in gaan, ik mijn laptop aansluit op het netwerk en onze email check, is daar de email die ik het meeste vrees. De e-mail dat we zo snel mogelijk contact moeten opnemen. Mijn hart stopt in mijn keel, ik krijg bijna geen adem meer en kan alleen maar oppervlakkig snel ademen. Ik ben in paniek en Ellu maant me om rustig te ademen. We bellen meteen op, ook al is het nog midden in de nacht in Nederland. Gelukkig is het niet het ergste nieuws dat we kunnen krijgen, dat mijn moeder overleden is, maar het komt – letterlijk – in de buurt. Mijn moeder is met spoed in het ziekenhuis opgenomen met hartfalen. De artsen hebben aangegeven dat het verstandig is dat de kinderen gewaarschuwd worden. Vandaar de email van mijn broer, Hans.
Van mijn schoonzus, Marianne, horen we het laatste nieuws. Hoewel het met mijn moeder relatief beter gaat, kan het alle kanten op gaan. Kan het goed of fout gaan. We horen ook dat Hans in de ochtend weer naar het ziekenhuis gaat en dat hij probeert om een arts te spreken te krijgen. Om te vragen hoe de situatie er voor staat. Ellu & ik hebben inmiddels besloten om in ieder geval terug te gaan naar Vientiane, zodat we van daaruit weer een vervolgstap kunnen nemen. Ook besluiten we om de alarmcentrale om advies te vragen en om hen alvast te informeren over onze situatie. We regelen een minivan die ons rechtstreeks inclusief de fiets terugbrengt en terwijl Ellu pakt, probeer ik de alarmcentrale te bellen. Dat lukt pas na een aantal pogingen middels Skype. Heel frustrerend omdat Ellu ze ook al had proberen te bereiken met onze mobiele telefoon met Lao simkaart maar we ze steeds wel konden horen maar zij ons niet. Dan ben je dus ook al vijf minuten verder. Vijf internationale belminuten verder op een prepaidkaart. En Telfort doet het niet in Laos.
In Vientiane wachten we niet af. We hebben besloten om in ieder geval alvast op onderzoek uit te gaan om er zo achter te komen wat de snelste manier is om in Bangkok te komen. Een definitief besluit (in de vorm van een boeking) nemen we pas nadat we weer met Hans hebben gesproken. Wanneer we Hans onze tijd vijf uur in de middag bellen, horen we dat mama’s toestand stabiel maar fragiel is. Het kan nog steeds alle kanten op gaan en dat heeft ook te maken met haar hoge leeftijd. Voor ons, voor mij is het duidelijk dat we terug willen naar Nederland. Nog vrolijk rondfietsen en op plaatsen zijn waar we niet of slecht bereikbaar zijn, is geen optie wanneer de kans bestaat dat het fout kan gaan met mijn moeder. Afwachten hier in Vientiane wil ik ook niet. Ik heb maar één behoefte en dat is zo snel mogelijk bij mijn moeder zijn. Omdat het al 5 uur is geweest en we de alarmcentrale steeds maar niet kunnen bereiken, besluiten we om in ieder geval zelf alvast het ticket naar Bangkok te regelen. We willen niet de kans lopen dat de vluchten voor de volgende dag vol zijn en we nog een dag in Vientiane moeten blijven.
Bij een goed uitziend, modern reisbureau die reizen over de hele wereld boekt, stappen we vol goede hoop naar binnen. We worden er vriendelijk verwelkomd en we horen dat er al vrij snel de mogelijkheid is om op een vlucht naar Bangkok te komen. Niet meer vandaag maar wel morgenmiddag. Omdat we nog in afwachting zijn van nieuws van mijn broer laten we de boeking open. We leggen uit waarom en waarom het voor ons belangrijk is om wel morgen op de vlucht te zitten en dat lijkt goed begrepen te worden.
Ook leggen we uit dat het belangrijk is dat onze fiets mee kan. Dat onze fiets een hele grote fiets is waar we met z’n tweeën opzitten. Ik geef zelfs aan hoe lang hij is. En Ellu vraagt nog specifiek of we met een groot vliegtuig gaan. Het antwoord is steeds “geen probleem”. Omdat we behoorlijk wat ervaring met vliegmaatschappijen in combinatie met tandem hebben, vragen we zelfs expliciet wanneer we de boeking later op de dag formaliseren of ze aan Lao Air willen melden dat het om een grote fiets gaat en dat we garantie willen dat de fiets mee kan. In eerste instantie wordt dat niet nodig gevonden maar na aandringen, wordt aan ons verzoek voldaan. Ze gaan het vragen en laten het ons de volgende dag bij het ophalen van de tickets weten. Maar benadrukken ze nog eens “het is echt geen probleem”.
We voelen ons onrustig, ontheemd, verdrietig, angstig en gespannen wanneer we het ticket naar Bangkok hebben geregeld en ’s avonds ook van de alarmcentrale horen dat we dezelfde avond door kunnen vliegen naar Amsterdam met Lufthansa (de laatste 2 plaatsen). We weten niet wat we thuis aan zullen treffen, sowieso duurt het nog een tijd voordat we er überhaupt zijn en dit besluit betekent ook dat onze reis ineens afgelopen is. Hoewel we niet anders willen dan nu naar huis gaan, is er ook verdriet dat we de reis MOETEN afbreken. Maar we zijn ook blij met dit ticket en blij met het regelwerk van de alarmcentrale dus met een mix van verschillende emoties gaan we toch nog een redelijke nacht tegemoet.
Op de dag van de reis terug naar Nederland gaat ook de ochtend aardig snel voorbij. Vooral omdat we bezig zijn met het herpakken van onze bagage en met verpakkingsmateriaal vinden voor Lien Masjien. Rond half 1 zijn we al op het Internationale vliegveld van Laos. Daar beginnen we – enorm op tijd voor een vlucht van 16.30 uur – met Lien Masjien klaar te maken voor de reis. Na een dik uur komt er iemand van Lao Air op ons af – we staan dan al de hele tijd in het volle zicht met onze enorm opvallende grote oranje tandem – om te vragen of we met Lao Air vliegen. “Ja” zeggen we. Niet wetende dat met dat antwoord de rest van de dag één grote ellende wordt. Want de tandem kan echt niet mee. De vliegtuigen van Lao Air zijn te klein dus het past gewoon niet. Waarop wij vragen hoe het dan kan dat het reisbureau heeft gezegd dat het totaal geen probleem is en dat ze dat ook nog met Lao Air hebben gecheckt. Het is alsof we tegen een muur praten want het enige dat steeds wordt teruggezegd is dat het niet kan. Er wordt niet meegedacht, er wordt niet meegeleefd. Eigenlijk wordt er gewoon niet geluisterd. Het is ons probleem!
Wanneer we dan eindelijk in het kantoor van Lao Air staan, volgt door een ander persoon een zelfde maar nog onbeschoftere behandeling. Geëmotioneerd leg ik hem de situatie uit. Ik vraag hem met opgeheven handen wat ik kan doen. Waarop hij antwoord dat hij dat niet weet en dat hij en Lao Air ook niets kan doen. Ik moet het reisbureau maar bellen. Waarop ik zeg dat ik geen telefoon bij de hand heb. Uiteindelijk – het kost enorme moeite – oppert hij dat hij ze kan bellen. Dank u!
Het meisje van het reisbureau is “solly, solly”. Ik leg haar uit dat ik niet weet wat ik moet doen en dat ik me redelijk gestrest voel nu ik naar huis MOET maar hoor dat de fiets niet mee kan. Dat begrijpt ze, zegt ze. Na enig heen en weer gepraat met de meneer van Lao Air krijg ik de telefoon weer in mijn handen gedouwd zonder dat hij iets zegt of me aankijkt of me iets uitlegt. Mijn klomp breekt wanneer ze tegen me zegt dat ze toch echt niet wisten dat het om een hele grote fiets ging. Ze dachten dat het om één fiets ging, die natuurlijk wel past. Oh nee, ze dachten dat het om 2 fietsen ging voor 2 personen. Haar verhaal verandert met de seconde. ONGELOOFLIJK! We hebben het notabene zo’n beetje met de hele zaak over die grote fiets gehad en nu wordt het verhaal zo gedraaid dat zij het niet wisten, en daarmee is het dus ons probleem. Een oplossing heeft ze echter wel: de vliegtuigen van Thai Airways zijn groot genoeg. Ze kan met hen mee (tegen betaling) naar Bangkok. Er is even een zucht van verlichting.
Die maar kort duurt want de man van Lao Air maant ons om de fiets mee te nemen naar de afdeling “cargo”. Ellu gaat want ik kan deze man wel zijn nek omdraaien (wat zij nadat ze met hem meegaat later ook kan). Terwijl Ellu in haar eentje Lien Masjien meeneemt, loopt hij in noodtempo in rechte lijn over grasveld, randen en goten naar de afdeling “cargo” toe. Hij kijkt niet om en steekt geen hand uit om Ellu te helpen. Ellu kan hem nauwelijks bijhouden. Dan beveelt hij haar om te wachten. Hij vertelt niet op wie en waarom maar stieffelt terug naar zijn kantoor. Gedeeltelijk tactisch bedoeld om de boel in beweging te krijgen, begint Ellu met huilen. In Australië heeft ons dat wel eens opgeleverd dat we niet 2 dagen langer hoefden te wachten op een nieuw achterwiel maar hier is het resultaat dat Ellu een halve rol wc-papier in haar handen geduwd krijgt. Beetje mager resultaat. Uiteindelijk komt er een vrouw die lijkt op Atilla de Hun naar Ellu toe en neemt haar mee naar een achteraf kamertje. Ze moet haar paspoort aan haar geven, er worden formulieren ingevuld en ondertussen blijft het een heel duister gebeuren.
Lien Masjien wordt aan alle kanten gemeten en met nog eens extra plakband getaped. Daarna moet ze ook gewogen worden. Ze wordt op een weegschaal getild en ……………zonder pardon losgelaten. Ze valt anderhalve meter naar beneden. En dat is het punt waarop Ellu in woedende tranen uitbreekt en ze de huid volscheldt. Wat een disrespect, wat een lompheid en wat een onbehulpzame zooi is het hier. Het helpt allemaal niets (en dat weten we ook wel). Het gaat ook eigenlijk al lang niet meer om de fiets maar om de manier waarop het gaat, om ons gevoel van onmacht en de spanning die we voelen. Want laten we eerlijk zijn, ook wij zijn niet op ons best.
Ook de verdere administratieve afhandeling verloopt niet zonder problemen. Atilla vraagt voortdurend om een contactpersoon in Bangkok en Ellu antwoordt steeds dat we die niet hebben (die hebben we wel maar we niets bij de hand, dus geen adres, geen telefoonnummer). Na een lange moeizame tijd kan Lien Masjien mee op de Thai Airways vlucht van 11 uur ‘s avonds. Omdat wij een Lufthansa vlucht hebben om 5 voor 12 geeft Ellu aan dat we dan zelf de fiets niet kunnen ophalen in Bangkok. Gelukkig is dat geen probleem. Atilla zegt dat iemand anders de fiets kan ophalen en naar de vlucht van Lufthansa kan brengen. We gaan er al vanuit dat het gezien het tijdsbestek niet zal lukken en kaderen al in dat ze pas een dag later met een Lufthansa vlucht mee zal gaan. Ach, als dat het enige is.
In Bangkok gaan we naar Thai Airways om te bespreken hoe dit geregeld kan worden. Daar worden we gelukkig door twee hele vriendelijke en behulpzame vrouwen geholpen. Hun nieuws is echter niet zo leuk. De fiets moet door de douane heen en kan alleen door Ellu worden opgehaald. Ze kan dus niet even door iemand anders naar Lufthansa worden gebracht. Maar ja, dat is Ellu in Vientiane niet verteld. Na veel uitzoekwerk (en ze doen er echt hun best voor) is het beste advies dat ze kunnen geven om gewoon naar Nederland te gaan en het van daaruit te regelen. Helemaal op van alle gedoe lukt het ons om in ieder geval snel in te checken voor de vlucht naar huis. Achter de douane komt er wat rust. We gaan het laatste traject van de reis in.We zijn bijna thuis. We zijn bijna bij mijn moeder
Haarlem, dinsdag 19 januari 2010
We drinken met Hans & Hartger nog een bakkie koffie op Schiphol. Zo kan Hans ons rustig vertellen wat er nu allemaal eigenlijk gebeurd is. Daarna gaan Hans, Ellu & ik richting het ziekenhuis en neemt Hartger onze spullen mee. Omdat we dakloos zijn, verblijven we de eerste dagen bij Hartger & Irene in Haarlem. Irene heeft haar studeerkamer tijdelijk verplaatst naar de logeerkamer zodat we een rustigere kamer hebben. Verder hebben we in het grote heerlijke huis van H&I een eigen douche en wc. Zo is onze impact op hun normale leven op zijn kleinst.
Zenuwachtig loop ik de afdeling op. In de gang komen we twee van mijn zussen, een nichtje en haar pasgeboren kind tegen. We zeggen elkaar gedag en kletsen even maar natuurlijk heb ik niet veel geduld en wil ik zo snel mogelijk naar mijn moeder. Helaas kan dat niet meteen want de deur van haar kamer is dicht. De arts en de verpleegkundige zijn even met haar bezig. Door het raampje zie ik alleen haar benen. Wanneer de deur opengaat, laat de arts ons weten dat we nu naar binnen kunnen. Hans blijft even achter en wij gaan de kamer in. Daar loop ik naar mijn moeder’s bed, buig me over haar heen, pak haar hand en hoor Ellu ineens zeggen “San, dat is je moeder niet!”. Deze woorden zijn nodig om me uit de meest gekke roes te halen die ik ooit heb gehad. Omdat Hans ons naar de kamer van mijn moeder bracht en omdat hij ons van tevoren waarschuwde dat mama er anders uitzag omdat ze nog meer was afgevallen, dacht ik bij het zien van de vreemde vrouw “dit moet mijn moeder zijn, dit moet mijn moeder zijn” terwijl ik tegelijkertijd zag dat ze het niet was. En werd ik ook met de gedachte gekweld dat het verschrikkelijk zou zijn voor mijn moeder wanneer haar eigen dochter haar niet meer zou herkennen. Het is een verschrikkelijk onwerkelijk naar moment.
Snel lopen Ellu & ik de kamer uit en vertellen het mijn broer. Het nare moment is voorbij; we moeten er hartelijk om lachen. Mijn moeder is naar een andere kamer verhuisd en dat waren mijn zussen even vergeten te vertellen ? Mijn echte moeder herken ik meteen en zij mij. Heel fragiel zit ze op de rand van haar bed. Helemaal uitgeput van één bepaalde handeling. Ze wil even tijd om rustig bij te komen. Dat vind ik wel moeilijk omdat ik haar het liefst meteen in mijn armen wil sluiten. Gelukkig kan dat een paar minuutjes later. Wat is het heerlijk om mijn moeder te zien en haar een knuffel te geven. En wat heerlijk ook dat het goed met haar gaat. En dat is een klein wonder. We zijn er wanneer de arts zijn ronde doet en horen uit de eerste hand dat mijn moeder’s hartfalen niet de oorzaak is maar een gevolg van een zeer zware longontsteking in combinatie met een astmatische aanval. Mijn moeder’s hart is voor haar leeftijd redelijk goed. Ondanks het goede hart geeft mijn moeder zelf heel duidelijk aan dat haar lichaam op en ontzettend moe is.
We zijn blij dat we naar huis zijn gekomen. Het neemt echter niet weg dat we ineens weer terug zijn in een koud Nederland zonder ons huis, zonder onze spullen en zonder ons Listomannetje. Wetende dat het acute levensgevaar voor mijn moeder is geweken, besluiten we om wanneer onze fiets terug is te gaan voor een Tour de Friends: we gaan fietsen in Nederland langs vrienden en familie en met af en toe een nachtje in een B&B of een hotel. Zo zijn we in de buurt en kunnen we regelmatig bij mijn moeder langs en altijd snel naar huis als dat nodig is. Ons winters fietsavontuur kan beginnen (nou ja, zodra we Lien Masjien weer terug hebben).