Mark
Het is lunchtijd. We zetten onze fiets neer bij een schattige diner op de kruising van 2 drukke wegen. Het is zo’n typische Amerikaanse diner met vooral hamburgers & fries. We pakken onze mayonaise erbij en proberen te genieten van onze lunch. Voor de vierde keer in korte tijd worden we aangesproken. Door Mark. Hij praat met een zuidelijke tong. Langzaam. Hij stottert ook een beetje. Hij vertelt dat hij ook wel zo iets als ons wil doen. Maar dat kan niet, want hij heeft 3 kinderen. ‘Ja, ja’, denk ik nog. Hij vertelt verder. Over zijn droom om naar Ethiopië te gaan. ‘Hier heb ik geen zin in’, denk ik. Hij schuift bij ons aan tafel aan. Hij vertelt verder. Hij wil daar graag mensen leren om boer te zijn. Ellu vraagt nog wat aan hem. Uit beleefheid. Daardoor weten we dat hij 7 dagen per week keihard werkt. Voor zijn eigen bedrijfje. Zodat hij voor vrouw en kinderen kan zorgen. Ondertussen verbaast hij zich erover dat we zo’n reis kunnen maken, dat dat wel zo’n 1000 dollar moest kosten!? Om niet teveel prijs te geven over hoe rijk we zijn, zeg ik dat we low low budget reizen. Mijn aandacht gaat dan weg van Mark naar iemand anders. Ik ben blij voor deze afleiding. Met één oor hoor ik Ellu Mark bedanken. We krijgen 10 dollar van hem voor onderweg. Ellu probeert het aan hem terug te geven. Dat we dat echt niet kunnen accepteren. Maar Mark wil er niet aan. We stappen weer op de fiets. En ik, ik schaam me dood.