Oude liefde roest niet
Afgelopen maandag ben ik begonnen met een onbetaalde baan bij een ideeële organisatie in Amsterdam als medewerker HR. Tijdens het sollicitatiegesprek klikte het erg goed met de mensen waarmee ik zou gaan werken. Impulsief zei ik dat ik meteen de maandag erop wilde beginnen.
Afgelopen dinsdag ben ik gestopt met die onbetaalde baan bij die ideeële organisatie. Doodmoe kwam ik thuis na één dag werken. Doodmoe zat ik op de bank. Moe te wezen en niets meer totdat Ellu me begon te bevragen en ik begon te luisteren naar wat mijn lichaam me vertelde.
Een heel rijtje van futiele zaken, zoals de gang vegen of boodschappen voor de lunch halen, zaten me dwars. Dat zei me dat ik een te impulsief besluit had genomen en dat ik me te weinig met het doel van de organisatie verbonden voelde om er voor te gaan.
Afgelopen donderdag had ik een borrel met een paar oude collega’s van het BPV&W.; Het was erg gezellig om ze te zien, met ze te lachen en om te merken dat ik me nog steeds betrokken voel bij wat zij doen. Of dat ooit weg zal gaan, weet ik niet. En voor mij hoeft dat ook niet. Het BPV&W; heeft toch een speciale plek in mijn leven.
Wat ik heb geleerd, is dat ik in een nieuwe baan niet op zoek moet naar een exacte kopie van de baan bij het BPV&W; maar naar een baan waar ik de dingen in vind die ik belangrijk vind zodat ook voor die baan de liefde kan groeien. Oude liefde roest niet maar niemand zegt dat dat over één liefde gaat, toch?